Visie

‘Je goed voelen in een warme en krachtige leef- en leeromgeving, door samen een maximale leerroute uit te stippelen en na te streven.’

Samen willen we deze basisvisie verwezenlijken in al onze scholen van de V.Z.W. met de kleurrijke verscheidenheid aan accenten en concrete invulling.

Gezien de historiek, de context en de geografische ligging is deze verscheidenheid de rijkdom van onze scholengroep.

De leden van het schoolbestuur, de beleidsverantwoordelijken, het personeel en de medewerkers engageren zich om de concrete invulling van deze basisvisie in onze verschillende scholen:

Vanuit deze korte maar veelzeggende visie maken we beleidsopties om dit maximaal waar te maken.

We gaan er van uit dat zowel de leerling, het personeelslid als de directie het beste van zichzelf kunnen geven als hun welbevinden / hun goesting goed zit. Een goed welbevinden is de belangrijkste voorwaarde om tot leren te komen.

Om een warme leef- en leeromgeving te creëren tussen en met de verschillende participanten; leerlingen, ouders en personeel, vertrekken we vanuit onze christelijke waarden. Geven we extra aandacht aan een goed onthaal en is een open, respectvolle en duidelijk communicatiebeleid onze aandacht meer dan waard.


Als leerkracht is het onze verantwoordelijkheid om de verschillen tussen mensen te erkennen en te respecteren. Enkel vanuit deze basis kunnen we tot doel stellen om het leven voor alle leerlingen te verbeteren.

Als leerkracht zijn we verantwoordelijk om een warm klasklimaat te creëren. Het is een belangrijke factor in het presteren van de leerlingen. Ze leren beter als ze in een emotioneel veilige, gestructureerde en voorspelbare omgeving zijn die motiverend is en die het stellen van positieve doelen bevordert.

Bij het lesgeven gaan we als leerkrachten er van uit dat we het kind centraal moeten stellen en moeten uitgaan van het kind als geheel, waarbij wordt ingezien dat het ontwikkelen van creativiteit en het bereiken van bepaalde sociaal-emotionele doelen net zo belangrijk zijn als het behalen van cognitieve doeleinden.

Het is de taak van de school om de natuurlijke geneigdheid om te leren, te versterken.

Dit betekent dat leraren moeten respecteren dat kinderen zelf actief bijdragen aan het opdoen van kennis en min of meer in staat zijn hun leerproces te sturen.
We gaan er van uit, dat ondanks er bij iedereen een aanwezig drive is om te leren, een aanzienlijke onderlinge variatie bestaat in wat en hoe een individu leert. Mensen zijn ook uniek in hun individuele leerstijl, motivatie, interesses en ervaringen.

Als leerkracht maken we de leef- en leeromgeving krachtiger als we er van uit gaan dat leren een:

  • constructief en actief proces is : zelf opbouwen – leren vanuit meervoudige intelligentie – doen – ervaren – beleven – ontdekken – onderzoeken;
  • cumulatief proces is (inpassen in wat al gekend is);
  • doelgericht en zinvol proces is ( eerlingen weten wat het vooropgesteld doel is, ervaren het als betekenisvol, kunnen transfer maken);
  • interactief en coöperatief proces is (van en met elkaar leren);
  • affectief en emotioneel proces is.

 

De leef- en leeromgeving maken we krachtiger door aandacht te besteden aan:

  • leerkracht als sterke mediator. De leerkracht is begeleider van een leerproces, hij of zij gaat leer-bevorderend te werk. Mediërend onderwijzen heeft meer aandacht voor het metacognitieve (het leren en inzicht verwerven in het eigen leren) dan enkel het cognitieve.
  • de ruimtes ( gericht op zelfstandig werken , samenwerken, ontdekken, onderzoeken, opzoeken, media,…);
  • activiteiten en inhoud (ontwikkelingsgericht, gericht op talenten, meervoudige intelligentie, levensecht, zinvol, uitdagend, functioneel, vaardigheden, attitudes, differentiatie, verschillende leerstijlen,…);
    het integreren van ICT-toepassingen om: leerstofonderdelen in te oefenen, kinderen te ondersteunen bij het leren (differentiëren en remediëren), creatief aan de slag te gaan en instructiemomenten interactiever te maken.
  • verschillende werk- en groeperingsvormen te hanteren (instructiebenadering, coöperatief leren, zelfstandig, homogeen, heterogeen,…);
  • klasklimaat: (prestatiegericht zonder prestatiedruk, effectief, uitdagend, duidelijke doelstellingen, waardering, belonen, gunstig voor welbevinden – samenhorigheid – positief zelfbeeld, inspraakmogelijkheden voor de leerlingen,…);
  • brede evaluatie (assessmentcultuur i.p.v. testcultuur, procesgericht, ruimte voor zelfevaluatie en reflectie, portfolio…).

Met ‘samen’ refereren we naar een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid van de verschillende participanten, personeel, leerlingen en ouders.

Door onze organisatie zullen wij, het team, ons ook sterker maken door in
co-teaching of multi-teaching in te staan voor de goede begeleiding van de leerlingen.
Om dit te optimaliseren willen wij ons professionaliseren tot goede coaches van elkaar en van de leerlingen.

Verder geloven we erin dat ook leerlingen elkaar kunnen ondersteunen in het leren.

Door doelgericht en gedifferentieerd de leerstof, vaardigheden, attitudes aan te bieden willen wij dat elk kind het maximale van zijn/haar mogelijkheden kan halen zonder dat zij /hij daardoor onder overdreven prestatiedruk zou gebukt gaan.

Om dit te bereiken is het goed dat wij ons eigen functioneren regelmatig bevragen, analyseren, onderzoeken en bijsturen. Met functioneel en gericht praktijkonderzoek zullen we de uitgestippelde leerroutes en ons onderwijs kunnen blijven optimaliseren.